
Deze blog gaat over de geschiedenis van het snoepgoed dat met Sinterklaas in Nederland wordt verkocht. Denk aan suikergoed, boterletters, chocoladenletters, pepernoten, gouden munten, en al het andere snoepgoed dat tegenwoordig al vanaf oktober in de winkels te koop zijn. We beginnen natuurlijk met de Sint zelf voordat we overgaan naar het snoep.
Sinterklaas bestaat!
Zoals we allemaal weten bestaat Sinterklaas natuurlijk echt en wel onder de naam Sint Nicolaas, als de bisschop van Myra. Hij is ongeveer 300 na Christus geboren in het huidige Turkije. Zijn levensdoel was het overwinnen (Grieks: Nike) van armoede (Grieks: Laos). Vandaar de naam Sint Nicolaas (Nikelaos). Hij stierf op 6 december in 345. Na zijn dood werd hij beroemd als weldoener en kindervriend en werd in 550 door de Grieks-Katholieke kerk heilig verklaard. Niet-Katholieken dreigden Myra te veroveren en de Italianen namen het zekere voor het onzekere en verplaatsten zijn beenderen naar Bari in Italië om hem opnieuw te begraven in 1087. Onze Sint ligt daar nog steeds.



De wonderen van Sinterklaas.
Na het overlijden van de goede Sint kwamen de verhalen los en maakte Myra een bekend bedevaartsoord. Deze legende wil ik jullie niet onthouden omdat het een directe relatie heeft met de snoepgoed tradities van de huidige sinterklaasviering. Behalve een grote kindervriend was Sinterklaas ook een man die de jongeren stimuleerde om hun verliefdheid te uiten. Hij was de heilige die waakte over huwelijk en gezin. Het verhaal gaat dat drie arme mooie meisjes niet voldoende financiële middelen hadden om te trouwen en waren derhalve gedoemd om als prostituee door het leven te gaan. Onze Sint gooide gouden muntstukken in de schoenen van de drie vrouwen en ineens waren er genoeg aanbidders. Hier komt waarschijnlijk het begrip strooigoed en de gouden chocolade munten vandaan.



De liefde gaat door de maag, ook bij Sinterklaas.
Op de dag voor zijn sterfdag (5 december) konden verliefde jongens hun liefde verklaren door een stuk marsepein (17de eeuw) aan de reden voor hun slapeloze nachten te geven. Marsepein is gemaakt van suiker met amandelen. Later werd de liefde aangetoond door middel van al of niet door de jongen versierde speculaaspoppen en, indien geaccepteerd, had het meisje een speculaasvrijer. Speculaas wordt gemaakt van bloem, boter, bakpoeder, bruine basterdsuiker en speciale specerijen. Maar niet alles was altijd koek en ei, want kreeg je een taai taai pop dan was dat bedoeld als afwijzing naar de jonge dame in kwestie toe. Taai taai heeft een smaak die een beetje lijkt op die van speculaas maar met meer anijs. Het deeg van de taai taai is eigenlijk ook taai deeg en in de oorlog maakte Verkade, wegens gebrek aan ingrediënten uitsluitend en alleen taai taai poppen. Een taai-taai pop werd ook veel aan ongetrouwde dames gegeven om te plagen dat ze nog niet getrouwd waren. Van de resten van het deeg om speculaaspoppen te maken werden de pepernoten gesneden en als strooigoed gebruikt. In feite is het strooien meer een vruchtbaarheid ritueel geweest maar het mooie verhaal is natuurlijk dat het komt van ‘het strooien’ van goudmunten in de schoenen van de meisjes.

Suikerwerk en borstplaten.
Suikerwerk wordt vaak gezien als het oudste Hollandse snoepgoed en je moet dan denken aan 1510 of zoiets. Het werd gemaakt van gesmolten suikerriet en was zo duur dat het, in de vorm van borstplaat, alleen bij de rijkere mensen terecht kwam. De Duitse chemicus Andreas Sigismund Marggraf (1709 – 1782) ontdekte in 1747 hoe je suiker uit de goedkope suikerbiet kon halen en ineens werd suikergoed als snoep betaalbaar voor iedereen en bij ons dus veel gebruikt rond de Sinterklaas viering.



Banketletters en Chocoladeletters.
Lang geleden tijdens de Middeleeuwen waren het de kloosterscholen die kinderen leerden schrijven. Dat werd gedaan met letters van brooddeeg die als losse letters tot woorden konden worden gelegd. De beloning voor goede spelresultaten was dat de leerling de letters mocht opeten. Van oorsprong mochten alle arme kindertjes hun schoen in de kerk (15de eeuw) zetten en de rijken vulden die met onder andere snoepgoed. Het resultaat werd onder de kinderen verdeeld op 6 december, de sterfdag van onze Sint. In de 16de eeuw mochten kinderen de schoen in de huiskamer zetten met een wortel voor het paard van Sinterklaas. De ouders wisselden dat om voor snoepgoed, ik kan mij nog die gevulde chocolade kikkers herinneren! Op 5 december werden alle cadeautjes onder een laken gelegd en het bedoelde kind werd aangeduid met een letter van brooddeeg die kon worden opgegeten. Later, rond 1850, werd de banketletter (boterletter) populair tijdens het Sinterklaas feest, een letter gemaakt van bladerdeeg in de letters S (Sinterklaas) en M (Myra, tegenwoordig ook Moeder). Daarna kwamen de chocolade letters (rond 1900) in zwang, deze zijn van het lettertype Egyptienne. De meest verkochte letter is de M omdat het voor Mama en Moeder staat en omdat de prinsessen namen Margriet en Marijke hen intrede deden. En natuurlijk kopen wij als Nederlander de letter M het meest want die lijkt de grootste, maar in gewicht zijn alle letters tegenwoordig het zelfde, niet in oppervlakte natuurlijk!

