
Appelmoes is een van de hele weinige recepten die bestaan uit 1 ingrediënt, mits gezond zelf gemaakt. Ja, alleen appel! Wat een lekkere appelmoes is, is een kwestie van smaak. Nederlanders kunnen goed hun voorkeuren over appelmoes onder woorden brengen omdat ze ermee opgevoed zijn. Eet je de moes koud of warm? Moet de appelmoes grof (gestampt) of juist fijn smeuïg (staafmixer) zijn? Lekker fris en zuur (anno nu) of juist zoet (vintage) smaken?
De keuze van de appel is bepalend voor het eindresultaat. De goudreinet is friszuur van smaak en bijvoorbeeld de elstar is zoetzuur. In deze blog beginnen we met een basis appelmoes en ik zou jullie willen vragen om die eerst even te maken en te proeven, want de meeste mensen vinden die al vreselijk lekker en puur. Ik hou van koude appelmoes met een “bite”, dus ik stamp de appels uiteindelijk tot een grove moes. Suiker blijft ongezond en appels kunnen al uit zichzelf zoet zijn dus ik gebruik geen suiker!
Basis appelmoes
4 Goudreinet appels, geschild en van klokhuizen ontdaan. Snij in kleine blokjes.
Bereiding
Gooi in een pan (zonder water!) en kook op een zacht vuurtje al roerend tot een compote. Stamp het tot moes als de appel “gaar” is.
Proeven
Laat de moes afkoelen in de ijskast en nu proeven, oogjes dicht en meteen beslissen of het te zuur, te zoet of juist goed is. Kan het naar jou smaak zoeter, neem twee goudreinette en twee elstar appels (of 4 elstar natuurlijk).
Variëren, maak er je eigen huismerk van!
Zoeter: voeg wat suiker, honing, kaneel of 80ml appeldiksap toe
Frisser: voeg 1 el citroensap toe en wat citroenrasp
Oma’s smaak: voeg wat kaneel en kruidnagels toe
Fruitig: voeg cranberries of gedroogde abrikoos (heel fijn) toe
Hollands: Neem 2 appels en 2 peren
Nostalgisch: rozijnen met een beetje gember
Voor de volledigheid nog iets over onze echte Hollandse appelrassen. En geloof me, in het seizoen is Nederland een echt appelland, daar mogen we best trots op zijn.
Goudreinet
Dit appelras is waarschijnlijk door boomkweker P.A. Ottolander vanaf 1853 in Boskoop ontwikkeld (deze appel wordt ook wel de “schone van Boskoop” genoemd). De appels zijn dof geel tot licht rood van kleur en dat is afhankelijk van de ondergrond waarin ze groeien. Omdat deze appel een stevige, zurige appel is wordt hij veel gebruikt voor gerechten die verhit worden, zoals appelmoes. Bij gebak behoudt de appel zijn smaak en structuur, zodat de appel ook goed toepasbaar is in appeltaart. De goudreinet is de grootste hand- en moesappel in België en Nederland. Het gewicht van een appel is ongeveer 200 gram.
Seizoen: Eind september tot eind april Kleur: Groengeel tot brons met blos Smaak: Stevig en Friszuur Gebruik: Handappel, moes, sap, en in gebak
De Elstar
Arie Schaap heeft dit ras in 1955 laten ontstaan uit een kruising van een Golden Delicious met een Ingrid Marie (ja, zelf verzin je zoiets niet) onder supervisie van een appel veredelaar Tijs Visser. Arie was geen romanticus en de appel werd dan ook IVT 5544-240 genoemd, maar twee jaar na zijn dood heeft men een commerciële naam voor de appel bedacht. Het werd zijn woonplaats (Elst) en zijn voornaam (Arie), dus Elstarie maar omdat het woord star erin zit, is dat Elstar geworden.
In 2006 bestond 45 procent (4321 ha) van het in Nederland aanwezige appelareaal (9562 ha) uit Elstar. In Nederland behoort Elstar tot de door de consument hoogst gewaardeerde appelsoorten.
Seizoen: Half september tot eind februari Kleur: Gele schil, helderrode blos Smaak: Stevig, sappig en zoetzuur Gebruik: Handappel of voor verse appelsap
Jonagold
Dit appelras is in Amerika ontstaan door een kruising van de Golden Delicious (daar heb je hem weer) en Jonathan en is eind jaren 60 door Jef De Coster (1930-2010) in Europa geïntroduceerd.
Seizoen: Half oktober tot eind mei Kleur: Geel met oranje tot helderrode blos Smaak: Zoetzuur Gebruik: Handappel, door yoghurt of muesli en natuurlijk voor onze chutney