Chutney: Abrikozen Chutney

Chutney: maak het zelf!

Ik hou van India en eet er graag Chutney bij de curries. Maar eigenlijk is het ook een goed gerecht voor mijn serie “appeltje eitje” omdat het, net als bij sambal, zo simpel te maken is met oneindige variaties en smaken.

Waar komt chutney vandaan?

Het gerecht komt uit India en de naam komt van het Hindi woord “chatni”. Van oorsprong is het, met een zuur (azijn) en een zoet (suiker), ingekookt fruit met specerijen. En weer die gekke Engelsen hebben de chutney tezamen met de curries naar Engeland gebracht en verspreid over hun kolonies zoals Zuid Afrika en de Caribische eilanden. In de winkel was de eerst verkochte chutney een mango chutney gemaakt door Major Grey, een aardige niet bestaande Engelsman.

mango chutney gemaakt door Major Grey

Wanneer eet je chutney?

Het is altijd verstandig om hete gerechten, zoals curries, te blussen met zoete of neutrale bijgerechten. Deze worden vaak “coolers” genoemd. Bekende coolers zijn de raita’s.

Tegenwoordig eet je ze gewoon wanneer je het lekker vind! Dus bij vlees, op je sandwich, bij je salade en is ook lekker bij vis. De klassiekers zijn natuurlijk als combinatie met een kaasplateaus, paté en curries.

Recept abrikozen chutney

200 gr gedroogde abrikozen (fijn gesneden)

75 gr witte suiker (of bruine basterd, of palm suiker)

200 ml azijn (witte wijn of appel)

200 ml water

30 gr rozijnen (of sultana)

1 tl Garam Masala

1 tl zout

Bereiding

De bereiding is “appeltje eitje” want je gooit alles in een pan en brengt het aan de kook. Draai het vuur laag en laat het inkoken tot het een beetje stroperig wordt. Afkoelen en klaar.

Bewaren

Steriliseer een glazen pot door het 5 minuten in een oven van 100°C te zetten. Vul het potje tot maximaal 1 cm onder de rand. Zet tot gebruik op de bekende koele donkere plaats en in de ijskast op het moment dat je het hebt aangebroken. De smaak wordt beter naarmate de chutney langer staat.